Dubbel bijzonder
Het komt vaker voor dan gedacht: kinderen met een combinatie van kenmerken van begaafdheid en kenmerken van leer- en/of gedragsproblemen. Ze worden wel ‘twice exceptional’ genoemd en zijn ‘tweemaal speciaal’ met hun ‘dubbele diagnose’. Deze kinderen hebben een unieke combinatie van karakteristieken. Een absolute lijst is echter niet te geven, aangezien ieder kind uniek is. In het algemeen kan slechts gesteld worden dat deze kinderen naast hun kenmerken van begaafdheid ook kenmerken van leer- en/of gedragsproblemen vertonen.
Het goed duiden van de kenmerken is erg moeilijk voor vrijwel alle betrokkenen. Allereerst omdat de kenmerken vaak zeer tegenstrijdig zijn. Daarbij komt dat er geen eenduidige identificatiemethode bestaat. Het is niet zo dat er op basis van één of enkele van deze kenmerken zomaar kan worden vastgesteld dat er sprake is van begaafdheid, een leer- en/of gedragsprobleem of een combinatie daarvan.
Momenteel is van slechts een beperkt aantal kinderen een “dubbele diagnose” bekend. Het gros compenseert of maskeert het één met het ander en laat zo niet zien wat er feitelijk aan de hand is. Dit betekent dat de meeste ‘twice exceptionals’ in de onderwijspraktijk niet (h)erkend worden. Zij worden onjuist “gelabeld” en krijgen daarmee niet de ondersteuning en begeleiding die past bij hun unieke talenten en/of er wordt niet op de juiste manier rekening gehouden met onderliggende (structurele) problemen die de optimale ontwikkeling van hun talenten (kunnen) belemmeren.
We kunnen binnen de groep begaafde leerlingen met leer- en/of gedragsproblemen vier subgroepen onderscheiden:
1. Zowel de begaafdheid als de leer- en/of gedragsproblemen zijn opgemerkt;
2. De begaafdheid is opgemerkt maar de leer- en/of gedragsproblemen niet;
3. De leer- en/of gedragsproblemen zijn opgemerkt maar de begaafdheid niet;
4. Zowel de begaafdheid als de leer- en/of gedragsproblemen zijn niet opgemerkt.
Daarnaast is er nog een groep begaafde leerlingen, die lijdt onder de door Webb (2005) beschreven moderne tragedie van ‘misdiagnosis and dual diagnoses’:
Begaafde leerlingen zónder leer- en/of gedragsproblemen, waarbij de begaafdheid niet is opgemerkt, maar waarbij kenmerken van begaafdheid onterecht gelabeld zijn als kenmerken van een leer- of gedragsprobleem…
Deze laatste groep heeft in werkelijkheid dus geen leer- en/of gedragsprobleem, maar er wordt geen rekening gehouden met begaafdheidskenmerken als verklaring voor ervaren problemen.