Executieve functies en de ontwikkeling van het puberbrein

Er zijn twee systemen in de hersenen die niet helemaal synchroon ontwikkelen: het systeem dat belangrijk is voor het ervaren van emoties (krijgt waarschijnlijk boost door hormonen pubertijd) en het systeem waarbij je kunt nadenken over de gevolgen van gedrag en kunt plannen (prefrontale cortex). Dit laatste systeem komt wat onder druk ten tijde van de pubertijd.

Dit systeem verzorgt de zogeheten uitvoerende ofwel executieve functies (zoals planning en gedrag). Deze functies zijn heel belangrijk voor leren. Ze hebben soms zelfs een grotere invloed op de resultaten dan intelligentie. Executieve functies vormen iemands gereedschap om een probleem aan te pakken. De functies ontwikkelen zich gedurende een vrij lange periode. Maar de lengte van dat proces verschilt per functie. Het werkgeheugen bijvoorbeeld, wat helpt om opdrachten te onthouden, ontwikkelt zich tot het twintigste levensjaar. Het vermogen om je gedrag op tijd te kunnen remmen, ontwikkelt zich al in de kindertijd. Tijdens de pubertijd is de ontwikkeling van beide systemen in volle gang. Het is een soort laatste groei/snoei-spurt. De communicatie tussen hersengebieden verandert van divers naar efficiënt; hersenbanen die eerst kronkelpaadjes waren, worden snelwegen en verbindingen die niet nodig zijn worden gesnoeid. Dat, in combinatie met het emotionele systeem, verklaart voor een deel het onvoorspelbare/impulsieve gedrag van pubers. Pubers hebben ruimte nodig om te kunnen experimenteren en leren van de fouten die ze tijdens dat experimenteren maken. Meer dan van positieve feedback.

Video: Klik hier